Meer hoogstamboomgaarden in de Brabantse Kouters
De medewerker van Kiemkracht schept de doorweekte aarde opzij, tot het plantgat groot genoeg is voor de wortels. Dat moet, de wortels mogen niet verstrengeld raken, maar moeten voldoende ruimte krijgen. Die plantput graaft hij vandaag wel twintig keer. Het plantseizoen loopt ten einde. De drassige bodem heeft het planten wat vertraagd want in een plantput vol water overleeft een jong boompje niet. Waar de grond, het waterniveau en de soorten het toelaten, kan nu toch al geplant worden.
Bij vijf eigenaars in de Brabantse Kouters plant het regionaal landschap deze winter een nieuwe hoogstamboomgaard aan, vol streekeigen fruitsoorten. Bij nog eens zes andere particulieren herstellen we de boomgaard met een aantal fruitbomen. Elke nieuwe boomgaard vormt een ecologische stapsteen, een versterking van het groen-blauwe netwerk in onze regio. Binnen enkele jaren zoemen hier bijen rond, op zoek naar lekkere bloesems. Vogels smullen er dan ook van de eerste vruchten. En hopelijk, nog vele tientallen jaren later, zoekt een vleermuis of een steenuil een holte in een oude fruitboom.
In de winterperiode van 2023 – 2024 gaan zo op die dertien locaties in ons werkingsgebied fruitbomen de grond in, in totaal goed voor zo’n 87 are nieuwe boomgaard.
Witte Dorp Mazenzele
En wat dan met dat Mazenzele en de kerselaars daar? Daarvoor gaan we even langs bij de boomgaard van Pieters oma en die van Ben en Leona. Wonende in Mazenzele hadden ze een grote wens: opnieuw de kersensoort Brabanders in hun boomgaard verwelkomen en zo ook de boomgaardengordel rond Mazenzele en het Kravaalbos in ere houden.
‘In Mazenzele herstellen we het cultuurhistorisch landschap van vroeger’, legt Wim Solie van Regionaal Landschap Brabantse Kouters uit. ‘Mazenzele is een kerndorp, een dorp met daarrond het landschap van boomgaarden en iets verderop het Kravaalbos. Dat landschap kende voorheen een heel logisch landgebruik. In de vallei van de Puttebeek vond je niet meteen boomgaarden maar weiland, daar is het te nat voor fruitbomen. De valleiflanken waren echter wel ideaal voor boomgaarden. Met een Brusselse afzetmarkt vlakbij die dol was op de kersensoort Brabanders, kleurde Mazenzele vroeger volledig wit van de bloesems. Mazenzele stond daarom gekend als ‘Witte Dorp.’
De grootouders van Pieter hadden zo’n boerderij. ‘Echt een boerderij uit je kinderdromen’, lacht Pieter terwijl hij met zijn hond Stinne door de boomgaard wandelt. Hij woont voorlopig bij zijn grootmoeder in, zijn grootvader is overleden. ‘Ze hadden aardappelen, koeien, schapen, konijnen, kippen, een moestuin en een boomgaard, heel divers. In de winter teelden ze witloof, in de zomer ging mijn grootvader met het fruit naar de veiling. Hoe hij helemaal in die kersenbomen kroop voor een extra bakje kersen, dat was ongelooflijk.’
Nu heeft de boomgaard in de Kintstraat een aantal nog echt oude kanjers en enkele jonge exemplaren. De mooiste vindt Pieter de tamme kastanjelaar, die zijn grootvader eind jaren ’50 plantte. ‘Een heel productieve boom.’ En ook een supergrote kerselaar blijft nog even staan. ‘Een boom die oud wordt is zo mooi. De kerselaar begint te rotten in een holte en moet gesnoeid worden, maar voorlopig plukken we wat kan van de grote donkerrode kersen. Het is ook goed voor de biodiversiteit. Hier vind je vleermuizen, spechten, mezen, een volledige familie kerkuilen,… en in het hoge gras lopen konijnen, hazen en vossen, tussen mijn schapen door. Hij zou trots zijn, mijn grootvader, en ook bedenkelijk kijken bij sommige van mijn keuzes.’ (lacht)
Op elke vrijgekomen plek plantte Pieter een nieuwe fruitboom, samen met Regionaal Landschap Brabantse Kouters. Om de boomgaard en de herinneringen levend te houden, maar ook omdat hij zich zo zichtbaar verbonden voelt met alles wat er leeft. ‘Deze boomgaard moet niet in mijn levensonderhoud voorzien, ik laat graag wat fruit hangen of liggen voor de kippen, vogels, wespen, … En ook de boterbloemen en distels in het hoge gras hebben hun nut.’
Uniek in de regio is dat iedereen een echte Brabander wil. ‘Een echte Mazelaar heeft een Brabander staan’, leggen Ben en Leona van landbouwmuseum De Vedderboom uit. ‘Dat de kersenbomen in ons Witte Dorp bijna overal verdwenen waren, konden we niet verder aanzien. Toen we in 2017 een stuk grond kochten, contacteerden we dus meteen Regionaal Landschap Brabantse Kouters. Het moest hier opnieuw vol fruitbomen staan. Samen met Wim kozen we de soorten: een appelaar, een Schaarbeekse Kriek, een Jefkespeer en kerselaren zoals de Brabander. Die moest er zeker bij.’
Dat er terug oude soorten in de boomgaard van Ben en Leona staan, is voor hen belangrijk. De boomgaard grenst aan hun museum vol historisch landbouwmateriaal. ‘Hier gaan we terug naar de tijd van toen.’ Het is ook een kwestie van smaak. Ze kijken al uit naar de oogst van zoete Brabanders, Zwarte Krakers en Burlat. ‘En toen de buurt onze boomgaard zag, waren ze geïnspireerd. Zelfs een jong koppel wou nu opnieuw een Brabander, het wordt hier doorgegeven met de paplepel.’
Aan de slag voor het versterken van Kravaalbos
Wat verderop ligt het Kravaalbos, een Europees beschermd bosgebied van meer dan 80 hectare en restant van het ooit machtige kolenwoud dat ongeveer heel midden-België bedekte. Het is een ware hotspot voor biodiversiteit met als emblematische soorten de vuursalamander en wilde hyacint. ‘Wil je dat Kravaalbos versterken, dan kan je uiteraard aan bosuitbreiding doen zoals op dit moment langs de kant van Asse-ter-Heide gebeurt. Daarnaast moet je echter ook in de onmiddellijke omgeving aan de slag, zoals hier in Mazenzele’, legt Wim Solie uit. ‘Dit kan door verbindingen te creëren met kleine landschapselementen (kle’s) als heggen, houtkanten of boomgaarden. Zo’n heg of houtkant is lineair, een egel kan zich er veilig langs verplaatsen. In een boomgaard heb je open stukken, fruit, bloesems, insecten, steenuilen,…. Daarin krijg je andere planten en dieren. Die kleine landschapselementen in de singel rondom het Kravaalbos versterken de natuur in het bos en andersom.’
Opgekweekte enten van een veteraan
Het had echter niet veel gescheeld voor de Brabander, het pronkstuk van Mazenzele. ‘Toen we het project opstartten om de singel van boomgaarden zoveel als mogelijk te herstellen, zagen we ook de kans om ten volle de kaart van de Brabanders te trekken. Er waren in Mazenzele nog enkele veteraanbomen aanwezig met het oorspronkelijke genetisch materiaal’, vertelt Wim Solie. Boomverzorger Nick van Subtilia werd ingeschakeld om vitale enten te verzamelen, de Nationale Boomgaardenstichting kweekte nadien zestig van die enten op tot volwaardige hoogstamkersenbomen. Het project kreeg hiervoor subsidies van provincie Vlaams-Brabant. Een aantal van die kersenbomen kwamen in boomgaarden bij particulieren terecht, zoals bij Pieter en Ben en Leona. De andere werden door het Agentschap van Natuur en Bos geplant op een open weide middenin het Kravaalbos. Het verhaal is echter nog niet uitverteld. Elk jaar opnieuw contacteren geïnteresseerde eigenaars ons. Landschapsherstel, erfgoed, streekidentiteit,… Dit verhaal raakt duidelijk een gevoelige snaar bij de inwoners van Mazenzele.’
Ondertussen lopen Ben en Leona trots door hun boomgaard. Hun paard kijkt nieuwsgierig toe vanop een afstand, de schapen trekken zich van het bezoek niets aan. Ben is de laatste dagen heel actief op het terrein en snoeit er de gemengde haag die de boomgaard omgeeft. Ideaal voor de biodiversiteit. Hij kijkt tevreden rond. In de verte domineert het Kravaalbos het landschap.