Al 150 panden in onze regio doorgelicht door de IOED-in opmaak.
De historische waarde van het gebouw, de elementen die je er nog in terug vindt, ... De erfgoedkenmerken van 150 gebouwen in onze regio werden de afgelopen vijftien maanden kritisch tegen het licht gehouden. Een proefproject dat de gemeentes in de toekomst moet helpen bij beslissingen.
Asse, Grimbergen, Kraainem, Meise, Machelen, Merchtem, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst bereiden zich samen met het Regionaal Landschap Brabantse Kouters voor op de nieuwe intergemeentelijke onroerende erfgoeddienst of IOED. De aanvraag werd in januari 2023 ingediend, nu wachten de erfgoedcollega's in volle spanning de officiële erkenning af.
'Stilzitten' staat echter niet in het woordenboek van een IOED-in opmaak. De erfgoedmedewerkers leggen de laatste hand aan de valorisatie van meer dan 150 panden in het werkingsgebied van de toekomstige IOED. En als het nodig is, detecteren ze nieuwe panden die nog niet geïnventariseerd zijn.
Even terug in de tijd
Wat is valoriseren en herinventariseren ? Wel, daarvoor nemen we je mee terug in de tijd. In de jaren 1960 wordt er gestart met het inventariseren van het vele bouwkundige erfgoed dat Vlaanderen siert. De inventaris groeide gedurende vele jaren aan en veranderde ook van vorm. Zo maakten de boeken plaats voor een digitale databank die toegankelijk is voor iedereen, van gemeenten tot burgers.
De inventaris is een uitstekend instrument dat heel wat informatie over een gebouw of geheel samenbrengt. Vaak is dit genoeg om verder onderzoek op te baseren. Soms hebben de gemeenten echter diepgaander advies nodig. Immers, wat maakt dat een gebouw erfgoed is? Met het valorisatietraject proberen de erfgoedcollega’s hierop een antwoord te bieden.
Waardevol of niet?
In januari 2022 startte de IOED-in opmaak met de valorisatieronde in haar volledige werkingsgebied. De medewerkers bekeken de geïnventariseerde gebouwen en onderzochten wat nu juist de erfgoedkenmerken van het gebouw of bebouwkundig geheel zijn. Aan de hand van verschillende parameters zoals de leesbaarheid, de authenticiteit, de historische waarde en vele andere categoriseerden ze nadien de gebouwen. Elk item krijgt een beoordeling van hoog waardevol naar minder waardevol. Ook de belangrijkste erfgoedelementen werden beschreven. Zo kunnen eigenaars, architecten en gemeenten in de toekomst doorgronde beslissingen over het gebouw nemen.
De eerste fase van dit proefproject wordt nu afgerond. De IOED-in opmaak bekijkt nu samen met de gemeenten wat de meerwaarde van dit instrument is voor alle partners. Het zal ook ingezet worden bij de thematische inventarisatie waarop dit jaar verder ingezet wordt. Eens de aanvraag tot intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst goedgekeurd is, wordt het traject verdergezet in 2024.
De Sint-Martinus kerk in Melsbroek, een van de gebouwen die mee opgenomen werd in het valorisatietraject.