Elk jaar gaat een team van vleermuisvrijwilligers op stap in onze regio naar overwinteringsplekken voor vleermuizen. Gewapend met een mondmasker - je mag ze immers niet ziek maken -, een zaklamp, laarzen, notitieblokje en een hoop sleutels sluipen ze in januari de koele slaapplaatsen van de vleermuizen binnen. Onze gevleugelde vrienden slapen op dat moment nog diep, een ideaal moment om ze te tellen.
De vaakst getelde vleermuis afgelopen winter in de objecten is de Baard/Brandts, met 25 exemplaren. De Gewone dwergvleermuis staat met 11 getelde exemplaren op de tweede staart, gevolgd door de gewone grootoorvleermuis. Ook de Franjestaart en de Laatvlieger werden gespot.
De vleermuizen werden geteld in een bunker van Melsbroek, een tunnel in Sterrebeek, een kelder van de papierfabriek in Kraainem en de (ijs)kelders van het domein van Perk, het kasteel van Schiplaken en domein Drie Fonteinen. Allemaal objecten die Regionaal Landschap Brabantse Kouters de afgelopen jaren met onder andere subsidies van de provincie Vlaams-Brabant heeft omgebouwd tot overwinteringsplaatsen. Vleermuizen slapen er graag omdat het er vochtig is, met een stabiele kille temperatuur tussen 0 en 10 graden en niet te veel tocht. Interessant, niet? En door de herbestemming kan dit klein patrimonium met zijn 'verhalen' toch bewaard blijven voor de toekomst. De restauratie van ijskelders is dus zowel vanuit cultuurhistorisch als natuurbehoudsstandpunt een must.
