Het steenrijke verleden van Brabantse abdijen

In deze reeks gaan we in op de prachtige Diegemse kalkzandsteen, vanaf de ontginning tot het gebruik. In dit artikel vertellen we meer over de abdijen en hun steenrijke verleden.



Delen

Wie de Brabantse Kouters bezoekt of het geluk heeft om er te wonen, heeft het waarschijnlijk al gemerkt. Veel witgele kalksteengevels van kerken, landhuizen en andere gebouwen springen in het oog naast de rode baksteen of witte pleistergevels. Deze Diegemse kalkzandsteen is de natuursteen bij uitstek voor het bouwkundig patrimonium van onze streek. In deze artikelenreeks gaan we verder in op deze prachtige natuursteen, vanaf de ontginning tot het gebruik. In dit artikel vertellen we meer over de abdijen en hun steenrijke verleden.

Als je in onze streek op een hoger gelegen kouter staat of zelfs gewoon uit het raam van een appartement kijkt, kan je er haast niet naast kijken. Het uitzicht van de Brabantse Kouters wordt al eeuwen afgetekend door talrijke kerktorens die boven de huizenrijen de dorpskernen sieren. Net als elders in Vlaanderen kent onze regio een rijk patrimonium van kerken, kapellen en andere religieuze gebouwen, maar hier zijn vele daarvan opgetrokken in onze lokale Diegemse kalkzandsteen. De abdijen zijn daarbij zo belangrijk geweest dat we er een artikel aan wijden.

De eerste abdijen in de lage landen werden reeds in de 7de eeuw gesticht. Het waren belangrijke centra van waaruit het Christelijke geloof verankerd werd in de regio. Veelal was het met de hulp van lokale heren dat deze abdijen gebouwd werden. Hiermee stelden ze niet alleen hun heilige zieltje veilig, maar zorgden ze ook voor een verdere cultivering van hun gebied. Een abdij was namelijk niet enkel een plaats voor gebed en contemplatie. De abdijen voorzagen zelf in hun onderhoud en rond het convent (het hart van een abdij) ontwikkelde zich een landbouw- en nijverheidszone waar men gewassen teelde, kaas maakte, bier brouwde en ook zieken opving. Geestelijken uit de abdij werden vaak ingezet in nabijgelegen parochiekerken en dankzij hun netwerk konden ze op regelmatige basis rekenen op schenkingen van stukken land waardoor de invloed van de abdijen zich verder kon uitbreiden. Ze waren dus zowel op religieus, economisch als op cultureel vlak een belangrijke speler in de middeleeuwse wereld.

In onze regio zijn vooral de abdijen van Affligem, Dielegem (Jette), Grimbergen en vermoedelijk ook de abdij van Kortenberg en van Park (Heverlee) bepalend geweest, allen gesticht in de 11de of 12de eeuw. Een opmerkzame lezer zal zich al snel vragen stellen bij deze opsomming. Van de vier genoemde abdijen ligt er immers slechts één in de Brabantse Kouters, de abdij van Grimbergen. Waarom hebben we het dan niet enkel over deze abdij? Wel, ook die andere abdijen hebben een grote invloed gehad op onze regio en de ontwikkeling van het landschap. De bezittingen van de verschillende abdijen waren, zoals eerder reeds vermeld, het gevolg van schenkingen door lokale heren of werden door de abdij aangekocht. Sommige gebieden sloten daarbij aan bij het bestaande grondgebied van een abdij, andere lagen dan weer heel wat verder. Het resultaat zou een lappendeken worden van eigendommen verspreid over de ganse regio.

Van steen naar steenpoel

Abdijen hadden niet alleen een grote invloed op het landschap door hun landbouwactiviteiten. Deze vier abdijen hadden ook allemaal een andere troef in handen: grote ondergrondse lagen Diegemse kalkzandsteen in de buurt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel van deze abdijgebouwen, maar ook parochiekerken en pachthoeves in de lokale kalkzandsteen werden opgetrokken. Sporen van deze groeves kunnen tot de dag van vandaag teruggevonden worden in het landschap, vaak ook herkenbaar door hun toponiemen. Zo is er de Steenpoel in Zellik, maar ook de Putberg, Kruisborre (ook wel Jodenput genoemd) en de Poel in Asse. Deze gebieden werden tussen de 12de en 18de eeuw ontgonnen door de Abdij van Affligem. Door middel van digitale hoogtemodellen kunnen we sporen van deze ontginning in kaart brengen.

Ook in het grensgebied van Wemmel en Jette werd naarstig gezocht en gegraven naar het witte goud, hier in opdracht van de Abdij van Dielegem. Zo zijn er in het Laarbeekbos in Jette nog duidelijke sporen terug te vinden van de kalksteenontginning. De abdij moest stoppen met de ontginning van deze groeve in de 15de eeuw omdat er tot aan het grondwaterpeil afgegraven was. Hetgeen resulteerde in de huidige bosvijver.

Een interessante situatie is ook te vinden op het domein d'Overschie in Grimbergen net ten noorden van de abdij. Het domein wordt in 1699 in het kaartboek van de abdij van Grimbergen omschreven als een uitgewonnen 'steenpoel’. En wanneer we kijken naar de Poppkaart uit 1841 dan zijn er twee onregelmatig gevormde vijvertjes te zien, ongetwijfeld originele, ongewijzigde ontginningssporen en een 'lepelvijver', een 90 meter lang en 10 meter breed kanaal dat eindigt in een bijna ronde lob, vermoedelijk een vergraven ontginningsrelict. Twee van deze waterpartijen zijn tot op vandaag bewaard gebleven en getuigen van de impact die de abdijen hebben gehad op het landschap in de Maalbeekvallei. 

De ontgonnen stenen zijn niet alleen in de abdijen terug te vinden, ze geraakten verspreid in een veel ruimere regio. Zo zijn ze terechtgekomen in één van de vele kerken van Mechelen, of sieren ze nog steeds een statig herenhuis in Brussel. Veel ontgonnen kalkzandsteen is echter ook gewoon in de Brabantse Kouters gebleven. Wie eventjes wandelt over onze dorpspleinen of in onze straten kan het immers zien: onze Diegemse kalkzandsteen is overal!

Project Diegemse kalkzandsteen

Dit artikel past in een breder project van de IOED Erfgoed Brabantse Kouters over de Diegemse kalkzandsteen. Dit project verloopt in samenwerking met Regionaal Landschap Brabantse Kouters, de stad Vilvoorde en de gemeenten Asse, Grimbergen, Kraainem, Meise, Machelen, Merchtem, Steenokkerzeel, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst. Heb je vragen over dit project of heb je zelf meer informatie over het onderwerp? Stuur een mailtje naar sebastiaan.goovaerts@brabantsekouters.be

© KIK-IRPA

De abdij van Grimbergen, gesticht in de 12de eeuw, had een grote invloed op de ontwikkeling van  het landschap. Door landbouwactiviteiten én door de kalksteenontginning waardoor ze parochiekerken en pachthoeves konden bouwen in dit witte goud.

© Geopunt

Digitaal hoogtemodel van de Kruisborre in Asse. De resten van de steenontginning zijn nog goed te zien in het landschap.

© Geopunt

De voormalige steenpoelen van de abdij van Grimbergen zouden later dienen als siervijvers op Domein d'Overschie in Grimbergen.